DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE. 121 waarvoor ik nergens W. den brand der „van „blixem, 12. M. Z. Boxhoorn zegt in zijn: „Tonneel van Hol lands” (uitgave van 1632) op fol. 339: „In het jaer „m.ccc.xcix is de Parochiekerke hier op ’s Graven-Haghe, „opgerecht voor Albrecht van Beijeren”. Meer zegt hij niet, zelfs niet eens de bron, waaraan hij die mededeeling ontleend, en waarvoor ik nergens eenig bewijs heb kunnen vinden. 13. W. van Goudhoeven zegt in zijn „D’oude Chronijcke ende Historiën van Holland” (uitgave van 1636) of fol. 97 „De Hooftkercke aldaer, (’s Graven-Haghe) is begonst te „funderen, ten tijde Hertoghe Aelberts van Beijeren”. Ook hij, zegt niets meer. 14. Joh. Reigersbergen zegt in zijne: „Chroniick van Zeelandt” (uitgave van 1644) deel II, fol. 464, op het jaar 1539: „Op den acht en twintichsten dach des maendts October, wast eenen .soo grooten donder ende dat de blixem komende in de kerck van den „Haghe in Hollandt, de selve kerck gheheel verbrandt „heeft daer groote schade gheschiedt in silverwerck en „in koppen. Ende daer verbranden oock wel veertich huysen”. Reijgersbergen stelt dus de datum van kerk op 28 October 1539, terwijl Bor (zie boven sub 8) wiens mededeeling bovendien veel uitvoeriger is, deze stelt op 29 December van ditzelfde jaar, in dat jaar is dus, blijkens beiden, de St.-Jacobs-kerk grootendeels verbrand. 15. Petrus Montanus zegt in zijne Bijvoegselen op het werk van Af. L. Guicciardijn„Nederlandt öfteBeschrijvinge derzelver Provinciën ende Steden” (uitgave van 1648) op fol. 230 „Binnen het begrijp van den Hage is een schoone „Parochie-kercke, verciert met de wapenen van veel groote „Heeren ende Ridderen, Epitaphien ende heerlijcke ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 131