I25, DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE. „ons aan de regter-zijde voor het Choor, dat met „een houte stCiketzel en balustrade van ’t ligchaam der „kerke is afgescheiden. Dit gebouw heeft ten wederzijden „een schoone Kapel, welke haren naam dragen na de „altaaren, die in vorige tijden daar in plagten te staan, „aan welke eertijds verscheide vicarijen waren gefondeert, „welke kapellen hedendaags meest tot begraaf-plaatsen „werden gebruikt.” Reeds in zijnen tijd, waren de overige kapellen, welke van Heussen noemt (zie boven sub 19) verdwenen en haar vroegere ligging onbekend en diende de vroegere Sacristie, welke nog bestaat, „tot Consistorie of Vergader- plaatze van den eerwaardigen Kerkenraad.” 21. De schrijver van den „Tegenwoordigen Staat van Holland”, deel XVI, (verschenen in 1746) zegt op bladz. 76: „Tot herstellinge dezer kerke, werdt, in den jaere „1547 en 1548, eene Loterij aangelegd en getrokken. „Het geld, dat hier van kwam, kon egter in verre na „niet toereiken om het Lichaam der Kerke zo hoog op „te bouwen, als zij te voren geweest was; waarom het „Koor thans zoo verre boven de Kerk uitsteekt.” „Zij mag met regt onder de fraaiste en grootste kerken,, „die in oude tijden gemaakt zijn, worden gerekend; en „in ’t bijzonder, om dat ’er zoo weinige Pilaaren, naamlijk „twee aan elke zijde, die van eenigen hinder zijn, gevonden „worden. De verscheiden’ Kruisgevels, die op de gemelde „Pilaaren en andere aan de twee einde rusten, en die „ter wederzijde uit het Dak uitsteeken, geven ’er een „ouderwetsch, doch tevens aangenaam sieraad aan. Zij „dekten, in de Roomschgezinde tijden, ieder een Kapel. „Onder de Pronksieraden van de Groote Kerk rekenen „wij mede de Borden der Gilden, naar alle waarschijn lijkheid hier opgehangen, 'na dat derzelver Altaren bij „de kerkhervorming zijn vernietigd. Zij verdienen des te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 135