127 DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE. „zomers, gedurende de vroeg-predikatiën, een getrouwen „gezet gebruik van maakt, makende Z. M. des winters „altijd gebruik van de morgen-godsdienstoefening in de „Kloosterkerk De kleine huisjes welke hier zoo van „achteren aan de kerk aansluiten, werden voormaals be- „woond door geestelijke zusters of begijnen, welke de „dienst van oppasters bij de kranken en in de gasthuizen „verrichtten en bij de wekelijksche processiën de liederen „mede moesten zingen. Aan den ingang der kerk, van „voren, zag men het beeld van Maria met een kindje op „den arm, boven de andere kerkdeuren een kruisbeeld „van gele en blauwe steen. Inwendig waren vier altaren „en boven het hoofdaltaar pronkte een fraai altaarstuk, „verbeeldende de kruisiging van Christus. Rondom, op „het kerkhof, hetwelk thans nog afgepaald is, werden „alleen geestelijke personen der beiden seksen begraven. „Men zag daar vele kruisen en opschriften op blauwe „zerken gebeiteld Het hier tegenoverstaande huis, „thans een generaal Postkantoor, was eertijds de woning „van den priester, die de kerk bediende 24. W. C. Timmerman, was zoo vrij, om in zijne „Bijdrage tot de Geschiedenis van de Bouwkunde der Middel-eeuwen” (verschenen 1838) in 18, waarin hij de Nederlandsche Kerkgebouwen kortelijk behandeld, onze St. Jacobs-kerk niet eens te vermelden. In deel III van „De Aardbol, de Nederlanden” (ver schenen 1841) wordt deze kerk ter nauwernood genoemd, en A. J. van der Aa heeft in zijn „Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden” deel IV (verschenen 1843) voor de beschrijving van ’s-Gravenhage en van de kerk, bijna woordelijk gevolgd den „Tegenwoordigen Staat”, zie boven sub 21. 25. Mr. F. N. Eijck tot Zuijlichem in zijn: „Kort over- zigt der Middeleeuwsche Kerken-Bouwkunst in Nederland”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 137