DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
136
en toevallige
van feiten, van
voor
Uit bovenstaand vrij volledig overzicht van al hetgeen
er over de St. Jacobs-kerk alhier, tot dusverre in druk is
verschenen of uit oorkonden, rekeningen en handschriften
bekend is geworden, blijkt, dat eigenlijk niemand zich nog
de moeite heeft gegeven, om dit gebouw als architectonisch
monument naar eisch te beoordeelen en te rangschikken,
in de rei onzer Middeleeuwsche bouwwerken, op de plaats,
hetzelve toekomend. De meeste schrijvers toch, zij ver
genoegden zich met doodleuk over te nemen wat een voor
ganger reeds had meegedeeld, en zulks, zonder zich eerst
persoonlijk nauwgezet te overtuigen, of wel, zich afdoende
te doen voorlichten en zoodoende te weten of hetgeen
zij bij overneming mededeelen, inderdaad juist, inderdaad
waar was, of waar kon zijn. Door dat stomme elkaar
naschrijven, krijgen onbewezen beweringen
opvattingen van lieverlede al het air
waarheden, en kost het ten slotte heel wat moeite,
en aleer men den geheelen ladder is afgedaald tot op de
bron der mededeeling.
Mr. J. de Riemer (20) die het eerst en ’t volledigst
tevens, door het opsporen en in druk‘brengen van tal
van documenten, de St. Jacobs-kerk heeft behandeld, hij
was blijkbaar uitsluitend advocaat, geheel verdiept in het
opzoeken en bijeenbrengen van waardehebbende of licht
gevende gegevens, en tevreden, zoo hij deze slechts in
behoorlijke volgorde bekend kon maken, voor het gebouw
als monument had hij evenwel geen oog, hoe dat er,
zoowel uit- als inwendig uitzag in zijnen tijd (hij werd
geboren in 1678 en stierf in 1762) daarvan zegt hij geen
woord, of het al dan niet eene kruis-kerk was, hij verklaart
zulks niet te weten, over den toren zwijgt hij en de
preekstoel, ’t merkwaardigste kunststuk dat nog in de
kerk was overgebleven, hij gaat deze ongemerkt voorbij,
zoekend naar opschriften op gildeborden en op grafmonu-