DE ST -JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
145
Golgotha;
van daar dan 00k den naam
aan het kruis van
van kruis-kerk.
Van binnen bestaat het midden-schip dezer kerk-type,
steeds uit eene dubbele reeks, niet wijd uit elkaar staande,
onderling door bogen verbonden kolommen, haar van de
zijbeuken scheidend, tegen welke op gelijke wijze weder
de buiten-beuken (zoo deze er zijn) aansluiten, aldus eene
drie- of vijf-voudige groep van nevenelkaar staande beuken,
schepen of hallen vormende, waarin de Zewgfc-richting de
opvallend domineerende is.
Vergelijkt men nu met deze type onze St.-Jacobs-kerk,
dan valt het onmiddelijk op, dat zij daarmede volstrekt niet
overeenstemt. De St.-Jacob heeft, wel is waar, een midden
schip en een koor, doch geen dwars-schip en dat koor,
het is hier niet het verlengde en de sluiting van dat
midden-schip, maar als het ware een gebouw op en voor
zich zelf, eene reste uit eene geheel andere periode, het
werk van een geheel ander architect, het is een koor, dat
ongetwijfeld zou zijn afgebroken en met een dwars-schip
in denzelfden stijl als het schip der kerk zou zijn herbouwd,
ware eerst de tachtigjarige oorlog en daarna de Reformatie,
niet storend tusschen beiden gekomen. En dat midden-schip
der St.-Jacob, het mist de twee gewone kolom- en boog-reien,
die het van zijn zijbeuken scheiden, het mist trouwens ook
zijbeuken die zijn lengte-richting volgen en accentueeren
in plaats daarvan wordt dit middel-schip door drie op elkaar
volgende, in hoogte en breedte met hetzelve overeen
stemmende dwars-beuken rechthoekig doorsneden, dwars
beuken, welke door hun afmeting en gewelf-vorm, de
/e«g/e-richting, welke in het schip van elke andere kerk de
meest kennelijke is, hier veranderen in eene 6r<?e<Z/e-richting.
Feitelijk, nemen hier die dwars-beuken de geheele midden-
beuk in zich op, deze verdwijnt als sprekend, als toon
gevend hoofd-element, en dit te meer, daar de breede,
10