DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
153
1) Dit is, meen ik, onze eenigste toren, die, behoudens zijn
aansluiting bij de kerk, van af den grond direct achtkant
opgaat, de overige achtkante torens, zij hebben allen een vier
kanten voet.
meesters, waaronder vele knappe toren-bouwers waren,
zich dan ook bijna nimmer gewaagd, aan een zeshoekigen
planvorm, buiten de St. Jacobs-toren alhier, hebben alleen,
de nu vrijstaande XVde eeuwsche toren te Nieuwerkerk
op Duiveland in Zeeland, die slechts 18 M. hoog is en de
XIVde eeuwsche toren van het kerkje te Kantens in
Groningen, dezen vorm. Eene tweede fout, noemde ik de
wijze van aansluiting tegen de kerk; door zijn zeskante
vorm schijnt het, alsof de toren zich niet met de kerk
tot één lichaam verbindt, maar zich daarvan door zijne
in schuine richting uitloopende zijden afscheidt, een mis
stand, zóó groot, dat zij de veronderstelling wettigt, dat
deze in ’t begin der XVde eeuw gebouwde toren aanvankelijk
vrij stond ware dat niet het geval geweest,
dan zou de architect zeer zeker den toren ter
volle kerkhoogte de planvorm A hebben gegeven,
met rechthoekig aansluitende zijden, en deze eerst
boven den nok van het kerkdak tot een regelmatig
zeskant hebben teruggewerkt, zóó toch, is de aansluiting
normaal en kan tevens de toren-ruimte op het effectvolst
bij de kerk-ruimte worden aangetrokken. Zoo deed o. a.
de bouwmeester van den Abdij-toren te Middelburg, van
Lange Jan, die, hoezeer achtkant, toch, op de wijze van
A, rechthoekig tegen de kerk aansluit, om eerst boven, als
hij vrij van de kerk is, volledig achtkant op te gaan.
Onze St.-Jacobs-toren is trouwens in geen enkel opzicht
gelukkig, trots zijn muurdikte van 2.50 M. en zijn beide
boven-omgangen in de dikte van dit muurwerk, wist de
ontwerper noch die muurdikte, noch die omgangen uitwen-