i54
DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
i) Het was in die jaren toch, dat de Hofzaal haar stoute
eiken bekapping door een ijzeren kapwerk met gegoten
kolommen zag vervangen, dat het gebouw van den Hoogen
Raad en het Departement van Koloniën gesticht werd, en,
alleen tijdige tusschenkomst nog, den bouw van een ijzeren
gevel voor een woonhuis op de Prinsengracht voorkwam.
dig te doen spreken, integendeel, hij verzwaard de hoeken
met lompe contreforten en hij breekt de muur-vlakken
slechts met ondiepe maaswerk-nissen, als ware hij bevreesd
voor de stabiliteit van dezen toren, die heusch geen contre
forten noodig had, en die, ware hij van boven, bij wijze
van lantaarn, a jour behandeld, zeer veel zou hebben
gewonnen.
Hoe hij oorspronkelijk afgedekt was, met eene leispits
of op andere wijze, blijkt uit geen enkele teekening
of prent, de oude afbeeldingen geven hem alleen, zooals
hij in laat-Renaissancen tijd verbouwd werd; een omgang met
balustrade en pinakels dekte toen de gemetselde boven
verdieping, en uit dien omgang, verhief zich eene zes-
zijdige leispits, die afgeknot, tot steun diende voor een
a jour koepel, aan zijn gesloten voet bekleed met uurwijzer-
platen en binnen zijn stijlen en boog-sluitingen bezet met de
38 klokken van het carilloneen tweede omgang met
balustrade en hoek-pinakels diende boven dien koepel tot
voet voor het verlengde der leispits, die in een open
pijnappel met windvaan eindigde.
Toen echter het gegoten ijzer als bouwmateriaal, in de
jaren 1857 62 door enkele ’sGravenhaagsche bouwmeesters
begroet werd, als het toovermiddel om te komen tot eene
nieuwe betere bouwperiode, x) toen moest ook de St. Jacobs-
toren in dien triomph deelen, en terwijl van de oude
spits het gedeelte waarin de klokken hingen behouden
bleef, werd daarom heen nu eene gegoten ijzeren a jour
spits opgetrokken, in de hoop wellicht, een kunststuk te