ió5
DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
die groote gewelven met de daaruit opgaande bekappingen
hier toch eigenlijk gedragen en in verband gehouden
en tot die vraag komt men te éér, omdat geen storende
balken of trekijzers de spanningen opheffen en het vrije
gezicht onderbreken, maar alles hier zich op ’t allereen
voudigst en ’t ongezochtst welft en sluit en uit eigen kracht
en samenvoeging reeds een 350 jaar zóó staat. En het licht,
dat in volle stroomen door de tot 6.30 M. breede en de 11 M.
hooge ramen ter weerszijden instroomt, het accentueert de
doorzichten, het schaduwd de profielen der bogen, het rondt
de kolommen, het* speelt langs en verhoogd de gewelven,
aan welke het tevens iets van hun zwaarte schijnt te
ontnemen en het verbreedt en verdiept de geheele ruimte,
deze tot een echt monumentaal geheel stempelend. (Zie
plaat 5, welke dat lichteffect, .voor zooveel eene photogra-
fische binnen-opname zulks vermag, uitstekend teruggeeft).
Inderdaad in haar eenvoudige, doch zoo ruime plan- en
gewelf-vorm, ligt geheel en al het karakteristieke, ligt het
monumentale onzer St.-Jacobs-kerk, waarin de hout-bouw
op werkelijk, in ons land, in die afmeting, eenige wijze
toont, welk een grootsch effect een architect, die gevoel
voor ruimte-groepeering heeft, en wien de vrijheid gelaten
wordt om van den traditioneelen kerkplan-vorm eeniger-
mate af te wijken, met de allerbescheidenste en onkost
baarste middelen kan bereiken; en het plan- en gewelf-
systeem hier gevolgd, heeft bovendien het enorme voordeel,
dat het zich zoowel eigend voor kleine als voor groote
kerkgebouwen, de kerkjes te Vianen en te Voorburg (zie
de plattegronden op plaat 1) zij treffen mede door eenvoud
en ruimte-effect, en niets belet, om met dit systeem tot
nog grootere afmetingen te gaan dan die der St.-Jacob,
of om, zoo noodig, het aantal dwars-beuken van drie tot
vijf te brengen, integendeel, doordacht uitgevoerd, zou het
monumentaal geheel er slechts bij winnen nog.