172
Deze vergelijking met de St.-Bavo was noodig, om,
voor zooveel zulks zonder afbeeldingen kon, door een
DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
de 2.10 M. zware gordel-bogen, uit de diepe raam-nissen
van het midden-schip en uit de zóó massief gehouden boven
muren van het opgaande binnen-koor, dat deze schoor-bogen
konden missen.
De traditioneele plan-type is natuurlijk gevolgd, eene
midden-beuk met zijschepen, bij de verlenging met een
koor met omgang rechthoekig doorkruist door een dwars-
schip, doch opvallend is hier de voor steenen gewelven
groote breedte der midden-beuk, zijnde binnenwerksch 13.80
M. bij eene hoogte, gemeten tot onderkant gewelf, van 30 M.
-j- vloer, een gewelf dat niet in de bekapping oploopt maar
onder de kap-balken blijft, waardoor de nok van het
kerk-dak in Haarlem ligt op 41 M. -j- vloer, eene hoogte
in Alkmaar 35 M. en in onze St.-Jacob slechts 24 M.
In hare afmetingen, profiteering en detail-behandeling,
in het massive, solide, rustige, zware van dezen geheelen
bouw, ligt een geheel ander cachet dan in onze St.-Jacob,
men begrijpt, men gevoelt, dat alles in de St.-Bavo berekend
is voor eene zware taak, voor eene blijvende belasting
van eenige honderdduizenden kilo’s, alles getuigd hier,
dat men zich, zonder angstige kosten-berekening, zonder
te vragen zelfs, of ’t noodige geld ter vereischter tijd wel
beschikbaar zou zijn, dat men zich wenschte, een groot
en een grootsch monument tevens, ’t geen men helaas
niet meer naar eisch heeft kunnen voltooien. In onze
St.-Jacob daarentegen, getuigt alles, dat men met weinig
kosten, met een minimum materiaal-verbruik en in de
onkostbaarste materie gezocht' heeft, niet naar een groot en
een grootsch monument, maar naar een in-eenvoudig, doch
karakteristiek kerk-gebouw, dat doel werd bereikt en wel
zóó goed, dat het daardoor van zelf een monument werd.