J
DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
176
4
voorheen eenige reliquiën van hem bezat, óf wel, omdat hij
de beschermheilige was van hem of haar, die in hoofdzaak
de allereerste kerk in het opkomend dorp had gesticht
of gesteund.
Bezijden dat altaar vond men aan de noordzijde het rijk
bewerkte Sacraments-huis, in den vorm van een a
jour toren waartegen een Engel stond, en aan de
zuidzijde eene rei gebeeldhouwde eiken priester-banken
hét toen drie treden hoog opgaande binnen-koor was
door eene, tusschen de kolommen geplaatste, hooge
balustrade, met maaswerk-sluiting, van den omgang geschei
den eene balustrade, die bij enkele plechtige gelegenheden
met kostbare tapijten werd behangen, terwijl de kolommen
■zelve dan met geborduurde kleeden werden omhangen. En upt
dat Choer lag an der suijdtsijde een kostbaer gebonden
missael, twee antiphonaelen in franchijn stoff, eenen psalter
en een boeck de Sanctis, ende an die noertsijde twee
lectionalen en een missael upten arent, ende een mag-
nificatzboeck. Rijk gedreven luchters met kaarsen bezet
stonden op het altaar, voor hetwelk de eeuwige lamp met heur
altijd brandend licht, in de avond-schemering vooral het
oog trok, als het symbool van het licht door Christus in de
duisternis gebracht. Langs den omgang, met een gemetseld
stergewelf overdekt, waren toen uitgebouwd verschillende
kapellen, waarvan de twee grootste nog zijn overgebleven,
namenlijk de Onze Lieve Vrouwe kapel aan de noord- en
de Heilige Kruis-kapel aan de zuidzijde, beiden met een
houten gewelf gesloten en met breede tot in die gewelven
oploopende ramen en met topgevels en daken als die der
dwars-beuken, blijkbaar dus gelijktijdig met deze herbouwd.
Naast de O. L. Vrouwe kapel was de kapel van het Heilige
Graf en daarnaast de overwelfde, nog bestaande Sacristie,
waaronder zich een grafkelder bevond, nu tot aard-
appelen-kelder verhuurd en in gebruik. Tegen die Sacristie