DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s-GRAVENHAGE.
181
van de tractementen der
en organisten. J) Het schip der kerk
en voorzien met vaste banken en
een
kantoor en dienden tot betaling
predikanten, kosters
werd nu de kerk,
stoelen, er komt nu een Princelijk gestoelte tegenover
den preekstoel, er komen nu overkapte, deftige regeerings-
banken, eene bank voor de Ridders van Holland, eene
voor Heeren Burgemeesters, eene voor Heeren Schepenen,
eene voor Heeren Gedeputeerden der Vroedschap, eene
voor de Burger-Kapiteins en eene voor de Vaandrigs,
kortom, de maatschappelijke rang en stand, zij treedt
met het Protestantisme de kerkdeur binnen. Het orgel
blijft en is met den preekstoel wel het eenigste, dat
genade vindt, dat in dienst blijft het eenigste? neen,
ook de geschilderde glazen, zij mogen blijven, doch de
straatjeugd heeft het doodvonnis er over uitgesproken,
en ziet, op één enkel raam na, ’t oostelijke raam in den
koor-omgang, dat echter van buiten veel te dicht belat is,
zijn zij nu alle verdwenen.2) De gilden, hun altaren missend,
laten zich nu, in de kerk vertegenwoordigen door cartel-
vormige, meerendeels symbolisch beschilderde, houten
opschriftborden, ’t doel van elk gilde meer of minder
W. van Beuningen zegt in zijn „Rapport over de Vicarie-
goederen in Holland” (verschenen 1888) op blz. 167. „dat van
„de vele vicariën in de St. Jacobs-kerk gesticht, meer dan 30
„tusschen de jaren 1578 en 1633 overeenkomstig de desbe
treffende staatsresolutiën aangegeven zijn, dat onderscheidene
„daarvan korter of langer begeven en die begevingen gecon-
„firmeerd zijn en dat sommige vicariën nog heden ten dage
„werkelijk bestaan, welke laatste hij verder uitvoerig beschrijft.
2) In het Gemeente-Museum alhier, hangen nog een 7tal op
glas geschilderde koppen, een paar Hollandsche leeuwen, eene
lelie en een monogram, zijnde de eenige restes, door den heer
A. A. des Tombe indertijd nog gered, van de vroegere prachtige
glazen onzer kerk. Deze overblijfselen zijn in den catalogus
beschreven, onder No. 153.