DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE;
I85
Vergelijk met die bank van 1647 den dicht bijstaanden
preekstoel van 1550, welk een achteruitgang in kunstgevoel
en in kunstvaardigheid in die enkele eeuwdie preekstoel
is geheel en al symbool, geheel en al, tot in zijn kleinste
lijstje toe, ’t werk eens meesters, ’t is het evangelie-gestoeXte,
en die bank zij zou evengoed kunnen staan in de vestibule
van een raad- of recht- of gast-huis, of waar ge wilt, niets
indiceert haar plaats. Die preekstoel daarentegen is een
hoogst waarde- en kunst-vol meubelstuk. Zeskant en in
den altijd ondankbaren vorm eener hang-kuip, is hij
tegen de middelste zuidelijke kolom geplaatst, fijn gepro
fileerd, met colonnetten op de voorspringende hoeken,
colonnetten, onder figuraal, boven gecanneleerd bewerkt,
de afsluitlijst met haar gebeeldhouwd fries dragend, een
fries, gevuld met bladwerk en vrucht-vazen en aan twee
zijden met een cartel met het jaarcijfer 1550. Die colonnetten,
staan op een stil behandelde voetlijst, gebeeldhouwd alleen
op de voorspringende gedeelten en verder slechts gecanne
leerd en die voetlijst, zij wordt gedragen door zes, 63 cM.
hooge caryatide-vormige kraagstukken, wier pooten zich
midden onder den kansel vergaren op een eleganten ronden
druiper, ’t bovengedeelte in kapiteel-vorm. En tusschen
die colonnetten en door deze verbonden, bestaat het lichaam
van den preekstoel op elk der zes zijden uit één zwaar
paneel, waarvan de vijf van buiten in ’t gezicht blijvende
zijn gebeeldhouwd. Welnu, elk dier vijf paneelen is al
beitelend zóó verdiept en bewerkt, dat het is veranderd
in eene, perspectivisch voorgestelde, diepe zaal, eene zaal
met een ton-vormig caisson-gewelf, rustend op het lijstwerk
der gecanneleerde zijwanden, en op den achtergrond van
elk dier zalen met een tegelvloer belegd, ziet men een
beeldgroep.
In de zaal, op de deur van den preekstoel, zit op
en in eene wolk de evangelist Mattheus, ’t ongedekte