i87
DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
vastgehouden op zijn knie rust, de adelaar die kalm naast
hem staat, staart mede naar boven.
Elk dier karakteristiek gestoken groepen, is nauwelijks
31 cM. breed en 45 cM. hoog, en toch ligt daaromheen
nog volop ruimte en diepte, en is alles met zooveel uit
drukking en met zooveel gevoel behandeld, dat de preekstoel
zelf, daardoor als ’t ware een sprekend lichaam is geworden.
Men moet zich de leelijke klank-plaat met haar verguld
rococo-rozet wegdenken, welke hem nu ontsierd en welke
in dien vorm nooit aangebracht had moeten worden, en
dan ziet men onder het klankbord tot kolom-bekleeding
een treffende Mozes-figuur, met imposanten, prachtigen
kop, met langen band, de handen rustend op de overeind-
staande tafelen der wet, ter weerszijden besloten door
een carijatide-vormige pilaster, de lijst dragend, waarop
dat klankbord rust; en boven die omlijsting, daar troont
binnen den achterboog van het klankbord, de Christus, met
den wereldbol in zijne rechter- en met het kruis in zijne
linkerhand. En dat klankbord, boogsgewijze uitgewerkt
met voorspringende hoeken in druipvormige ionische blad-
kapiteelen eindigend, heeft op zijne omlijsting, waarvan
het fries met bloem-guirlandes is versierd, boven eiken
boog een fronton, waaruit ten halven lijve, op de armen
rustend, een gekroonde, typische konings-figuur vrij nieuws
gierig komt kijken; een vlakke koepel, van binnen
als een stervormig plafond met middenrozet behandeld,
rust op die lijst en tegen die frontons, en draagt op een
gesloten voet een klein a jour torentje van 75 cM. diameter
bij 1 M. hoogte, met gecanneleerde colonnetten, waar-
tusschen halfronde boog-openingen, eene eenvoudige kroon
lijst met frontons en eene bekoepeling dragend. Op die
bekoepeling staat een piëdestal, nu eindigende in een
bol met twee halve manen en eene vlam, doch voorheen
met het beeld van St. Jacobus, gekleed als pelgrim in