DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE. 190 redeneering tot de overtuiging komt, dat die over dekking slechts een samenstel is van plankjes en lijstjes, veiligheidshalve, dan ook geen marmeren, maar vlam mende houten vazen op de hoeken, en eene achtzijdige vaas, met guirlandes omzet, in het midden dragend. Onder die overwelving staat op de tombe, gedekt met wit marmeren platen, een meer dan levensgroot beeld, de eene voet rustend op een gebogen schild, de andere op een borst-harnas, de opengeslagen mantel toont een admiraal in volle wapenrusting, het hoofd ontbloot, doch gedekt met eene breede lange pruik, het is een beeld vol zelfbewuste houding, doch in niet over-rustigen stand, op dat ronde schild en op dat holle harnaslinks er tegen, zit op een dolfijn een treurend kind, ’t hoofd om- sluierd, met eene uitgebluschte toorts in de eene en met een zandlooper in de andere hand, die ’t hoofd steunt en met den elleboog op een doodshoofd rust. Rechts staat een elegant gekleed jongsken, met beide handen den helm met de vederbos dragend en links een ongekleed kleiner knaapje met de eene hand wijzend naar het beeld en met de andere een wapenschild vasthoudende En achter het beeld, dat met het wapentuig waarop het staat, eene hoogte van 2.38 M. boven de tombe heeft, rust op een vierkant, eenigzins overhoeks geplaatst, voetstuk een wereld bol, van welke een adelaar voornemens schijnt in volle vlucht het lucht-ruim te zullen invliegen, op zijn vleugels de Faam dragend, die met loshangende haren, de bazuin in de linker- en een blad-krans in de rechterhand zich boven het beeld verheft; bliksem-fitsen liggen onder de klauwen van den adelaar, wiens vleugels ruim 2 M. vlucht hebben. Bezijden de tombe staan, geleund tegen de piëdestals, vier levensgroote witmarmeren vrouwebeelden, smaakvol gekleed, prachtig gebeiteld, voorstellende, het beeld aan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 206