i9i
DE ST.-JACOBS-KERK TE ’s GRAVENHAGE.
de voorzijde links, Prudentia, een rijk gedreven helm op
het hoofd, een borst-kolder met Medusa-hoofd tot gesp
aan, een spiegel in de hand en een uil naast zichrechts
staat Fortitudo, op het hoofd een diadeem, waaraan een
sluier bevestigd is, met de linkerhand haar kleed op
houdend, terwijl de rechter blijkbaar een symbool mist
neven de achter-kolom staat aan die zelfde zijde Fidelitas,
’t haar gevlochten en met parel-snoeren getooid, de voeten
geschoeid, mede met de linkerhand haar kleed ophoudend
en in de rechter haar symbool missend, een schoothondje
aan heur voetenhet vierde beeld eindelijk stelt voor
Vigilantia, ’t haar gevlochten en ten deele met een
sluier gedekt, met de eene hand een boek vasthoudend
en met de andere daarin bladerend, en die vier beelden
samen, zij staan blijkbaar daar om te getuigen, dat
Sterckheijt, Trouwichëijt, Wackerheijt en Wijsheijt de groote
deugden waren van hem, ter wiens eere en ter wiens herinne
ring het monument werd gesticht. En wie is die gelukkige?
Dat zeggen de opschriften in ’t latijn geschreven op
de houten, borden welke hangen binnen de vier sluit-
bogen van het gewelf. Het is 1) Jacob, Baron van
„Wassenaer, Heere van Obdam, Lk-Admirael der Ver-
„eenigde Nederlanden, enz. Die, na voortretlijke zaeken
„te Lande en ter Zee gedaen te hebben, eindelijk
„tegen de gantsche Koninglijke Engelsche Vloot en met
„weinige alierdapperlijkst strijdende als een andere
„Hercules, zich den Weg, door de Vlammen, ten Hemel
„gebaend heeft. In het Jaer des Heils 1665, en zijnes
„Ouderdoms 55. De Hoog-mogende Heeren Staaten der
„Verëenigde Nederlanden hebben, voordenAllerdappersten
„Held, en die zulks zeer wel van de Republiek heeft
Ik volg hierbij de vertaling gegeven door P. Timareten,
in zijne „Verzameling van Gedenkstukken in Nederland”, dl. II,
bladz. 88—89.