EEN BLIK OP ’S-GRAVENHAGE IN l8oo.
21 I
Riddertijden en den adel had ingevolge een publicatie van
8 Juni 1795 opgehouden te bestaan, waarom de wapens
onkenbaar waren gemaakt. Evenwel de wapens aan de
logementen, waar de afgevaardigden der Staten eertijds
plachten te zetelen, waren aan die verordening niet onder
worpen geworden.
De voormalige paleizen hadden ook een andere be
stemming gekregen. In het Oude Hof (het tegenwoordige
paleis in het Noordeinde) vergaderden de leden van het
Bataafsch Uitvoerend Bewind, welk gebouw tevens een
groot aantal dezer afgevaardigden tot woonplaats strekte.
Sedert den ien Mei 1798 diende de tegenwoordige zaal der
Eerste Kamer der Staten-Generaal voor de vergadering van
de Tweede Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam,
welks Eerste Kamer, toen aan de overzijde, in de voor
malige balzaal van het Stadhouderlijk kwartier, bijeen kwam.
In deze balzaal, waar tegenwoordig de beraadslagingen
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden ge
houden, waren de zitplaatsen der leden met saai overdekt
en amphitheatersgewijze- geplaatst. In het midden op een
verhevenheid, waarover een fraai tapijt lag, stond de
presidentszetel, die met roode zijde was overtrokken en
waarop de Vrijheidshoed, de staf en andere zinnebeelden
sierlijk geborduurd waren. Aan het eind der zaal bevond
zich de publieke tribune.
In drie andere zalen van het voormalige paleis toen
het Nationaal Hotel genoemd werden de boeken bewaard
uit de bibliotheken van den laatsten Stadhouder en zijn
béide zonen, van het voormalige college van Hunne Hoog-
Mogenden, en dat van Gecommitteerde Raden van het
voormalig gewest Holland. Deze bibliotheek, toen „nationale”
genoemd, welke door den heer Charles Sulpice Flament
met den titel van Custos werd beheerd, was gesticht, op
voorstel van den burger-representant Verbeek, in 1798.