EEN BLIK OP ’s-GRAVENHAGE IN l8oo.
220
Holland berust,
crimineele papieren van het Hof van
valt het volgende mede te deelen.
De ondercipier zekere Louis Plasman had aan de hem
toevertrouwde gevangenen een ongeoorloofde vrijheid
toegestaan, hij heulde met hen en stond aan enkele
hunner toe om uit te gaan. Het gebeurde zelfs dat wanneer
gevangenen ’s avonds laat naar de gevangenis terug
keerden, zij door de echtgenoote van Plasman werden
binnengeleid, die dan zoo beleefd was de Heeren met
een kaars bij te lichten.
Tengevolge van deze vrijheid, blijheid, verzochten drie
gevangenen, welke werkzaam waren geweest tot de om-
keering der toenmalige orde van zaken, waarom zij als
anarchisten naar de gevangenis waren verhuisd, eens
een nacht te mogen uitblijven tot het bijwonen eener
vergadering van Revolutionairen. Het gevolg hiervan was
dat de vogels wegvlogen en het echtpaar Plasman op de
voorpoort van het Hof in verzekerde bewaring werd gesteld.
Het Hof van Holland veroordeelde Louis Plasman om
met roeden gegeeseld te worden, terwijl aan den paal
boven zijn hoofd een bord moest staan waarop te lezen
stond: „Meineedige en valsche beschuldiger.” Voorts zou
het slachtoffer de eerstvolgende 12 jaren worden opge
sloten in een tucht- of werkhuis binnen het voormalig
gewest Holland, om aldaar met handenarbeid den kost te
winnen en na dezen tijd verstreken was zou hij ten
eeuwigen dage uit de voormalige gewesten Holland,
Zeeland en Utrecht worden verbannen. Zijn vrouw kwam
er niet veel beter af. Zij onderging het lot om te worden
tentoongesteld met roeden om den hals en een bord
voor hare borst, waarop stond: „Valsche beschuldigster”.
t) De zittingen van het Hof van Holland werden gehouden
in de Rolzaal op het Binnenhof. De sententien berusten op
het Rijksarchief.