221
EEN BLIK OP ’s-GRAVENHAGE IN l8oo.
Voorts ging zij even als haar man in een tucht-of werk
huis, doch voor den tijd van 6 jaren, om daarna ten
eeuwigen dage te worden verbannen.
Den 27sten Juni stonden een man en eene vrouw wegens
diefstal aan den geeselpaal gekluisterd, terwijl voorts over
zes andere misdadigers het verbanningsvonnis werd uit
gesproken.
De laatste executie van dit jaar vond den 27ste" October
plaats en wel van iemand die het vorige jaar een fransch
korporaal had doodgestoken. Hoewel de doodstraf over den
moordenaar was uitgesproken, veranderde het vonnis om op
het schavot met het zwaard over het hoofd te worden gestraft.
Of zulke straffen heilzaam werkten kunnen we in het
midden laten, maar uit de Crimineele Vonnissen krijgt
men een eigenaardig inzicht van eenige zeden en gewoonten
der residentie in dat tijdvak, terwijl tevens blijkt dat het
aantal zware misdrijven op een bevolking van ruim
dertig duizend zielen nogal gering was.
Alvorens van dit onderwerp af te stappen, dient evenwel
nog melding te worden gemaakt van een duelzaak die ik
onder de crimineele papieren van het Hof, van 1800, aantrof
en alhier had plaats gevonden tusschen den 23-jarigen
kadet der lijfgarde van het Vertegenwoordigend Lichaam
J. B. a B. en den 28-jarigen J. E. O., klerk aan het Hof
van Justitie der voormalige Gewesten Holland en Zeeland.
De beide Heeren hadden op een Septemberavond in
gezelschap van nog drie andere Heeren twist gekregen
ten huize van de weduwe Potier op de Kapelsbrug, die
zoo hoog liep dat de kadet, die in een meer of minder
beschonken toestand verkeerde, den klerk uitdaagde. De
zaak in der minne te schikken bleek vruchteloos, zoodat
twee sabels moesten worden gehaald. Een daarvan bleek
wat langer dan de andere te zijn; er werd om de langste
geloot, waarna de Heeren zich vervolgens naar het