AANTEEKENINGEN UIT HET OUDSTE ORDONNANTIEBOEK. 227
1592.
I
Symon Chamen weert in den Briel 1) alhier
38 guld. 12 st. „ter zaecken van verteerde costen
bij Jehan Gregorius, edelman van den Coninck van
Denemarcken 2), tot zijnen huyse verteert.
12 Juni p. 83.
van Rheede houdende drie honderd dertien schakels ende
bevonden vijf en vijftig oneen, vier Engelsen ducaat goud tot
twee en dertig guldens d’once, bedragende mette twee guldens
voor ’t fatzoen van elke once, agtien honderd ses en twintig
gulden agt stuivers. Idem twee goude medaillen, d’eene van
de Spaansche vloote, ende d’andere houdende het ontzet van
Leiden ende bevonden te weegen vier oneen, ses Engelschen
ten prijze voors. ende agt en twintig st. voor ’t fatzoen, be
dragende twee honderd vijftien guldens agt stuvers: ende
zamen twee duyzend, vijftien gl. 8 st.
res. St. Gen. 13 April.
afscheid 28 April.
„Is geresolveerd ten aanziene dat syne L. constantelijk is
blijven weigeren t’ accepteeren de goude keeten hem gepraesen-
teérd ende om andere besondere consideratien dat men syne
L. van de gedaane teeringen in der herbergen zal defroyeeren”.
res. 28 April.
1) Meervischmarct, nu Groenmarkt o.z.
2) „Is geresolveerd dat men tot last van de Generaliteit in
der Herberge van den Briel sal defroyeeren den edelman
gebragt hebbende de brieven des Konings van Deenemarcken”.
res. 8 Juni.
3) Philips van Ilteren, vrijheer van Wijnenbergen enBylsteijn.
eerste audiëntie 1 Juli.
Guillaume Ramet 17 ‘ffi 5 sch. „bij hem ver
schoten int convoyeeren van den vrijheer van
Winnenbergen 3), ambassadeur van den Paltsgraeff,
tot Rotterdam.
15 Juli p. 84vs.