230 AANTEEKENINGEN UIT HET OUDSTE ORDONNANTIEBOEK.
1594-
31 Dec. p. 148.
Simon Chanen, weert in den Briel alhier, 3116
pond 1 sch. „van de teringe gedaen bij de heeren
Ambassadeurs van Schotland met haerlieder
gevolgh, gedurende den tijt dat deselve aldaer
gelogeert zijn geweest.
15 Juli p. 134.
Jan van Holt, weert in de Cogge alhier, 640
guld. .10 st. voor „teringen gedaen bij den heere
Gesante des doorluchtichsten hoochgeboren vorst
administrators van Magdenburch.” 2)
28 Dec. p. 148.
„Guillaume Keith raedt ende edelman van de Camere des
Conincx van Schotlant ende den capitein Guillaume Murray
provoest van Zijn Majesteits huys, genoempt St. André;”
eerste audiëntie 4 Juni; nemen afscheid 6 Juli, worden ieder
met een gouden keten vereerd, res. St.Gen. p. 138 139 vs. en 158.
s) Joncker Rheynhardt Wilhelm Meckbach, eerste audiëntie
10 December res. St. Gen. p. 334. Vereerd bij zijn vertrek met
een gouden keten p. 337vs.
3) Aan de o.z. van het Spui, bij de oostpoort, achter het Hof.
4) Brief van Credentie overgeleverd 4 Dec. p. 324.
Janneken van der Beken, weerdinne in Zeeland
alhier 142 guld. 9 st. „ter zaecken van verteerde
costen bij de heeren de la Mabonnierre ende
Guillaume Loret gesanten van de Staten van
Bretaignen tot haren huyse gedaen.
23 Mei p. i29vs.
Pieter de Weerdt, weerdt in Teylingen 3) alhier,
173 Car. gulden voor „teringen gedaen bij de
Gedeputeerde van de gealtereerde Italianen” (te
Sichem). 4)