232 AANTEEKENINGEN UIT HET OUDSTE ORDONNANTIEBOEK. 1595 Jacob Sloeth (Sloth) weerdt in den Pellicaen 3) alhier 357 pond 9 sch. voor „teringen, gedaen bij de twee Gesanten des Hertoge van Tweebruggen.” 4) 18 Mei p. I58VE. den raadsheer Gilpin, 300 ponden, omdat hij ter requisite van de Staten Generaal „den heere Bodley 2) ambassadeur van de Coninginne van Engelandt tsijnen huyse heeft ontfangen ende geaccommodeert voer den tijt dat zijn E. alhier in legatie is geweest.” 12 Mei p. 158. 1) „George Gilpin, agent ende raidt van de Staeten van wegen die C°. Maj‘. van Engelant”. 2) „Opt aengeven dat den raedtsheere Bodley van wegen hare Mayesteit van Engelandt in legatie aen de heeren Staten gesonden, commende in den Hage, van meeninge sonde sijn int Hoeffijser te gaen logeren, het welcke niet en wordt goe:- gevonden, es de heere advocaet van Hollandt gecommitteert om te spreecken met den raedtsheer Gilpijn ende denselven te versoecken dat hij den voorsz. raedtsheer Bodley bij hem soude willen innemen ende accommoderen gelijck hij ten tyde van desselffs Bodleij leste legatie gedaen heeft. Dat de Heeren Staten daerover met hem soo sullen handelen dat hij sal hebben redenen van contentement. Res. St. Gen. 1 Febr. 1595 p. 58vs. Brief van credentie overgeleverd 14 Febr.; bij zijn vertrek vereerd met 1500 guldens „voor costen ende teringen die sijne L in dese landen mach hebben gedaen, namentlyck ten huyse van den raetshëere Gilpin”, neemt 12 Mei afscheid. 3) Hoogstraat o.z. 4) Johan Henrich Schwebel, der rechten doctor en Nicolaes Groshausen zu Enich, gesandten van den doorluchtigen hooch- gebooren vorst Johan paltzgrave bij Rhijn, hertoge in Beyeren, grave tot Veldentz en Spaenheim.” eerste audiëntie 11 April. afscheid 18 April.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 248