AANTEEKENINGEN UIT HET OUDSTE ORDONNANTIEBOEK. 237
1597-
1) „Carel Nutzel van Sonderspychel, ridder, Roomsch Keyser
Hongersche Cammerraedt, gesante van wegen zyn Key. Maj<.”
Compareert ter vergadering 8 Aug.; neemt afscheid en ver
trekt met een jacht van de Admiraliteit naar Antwerpen,
res. St. Gen. 23 Aug. p. 291.
3) Tooneelvoorstellingen van de „Speelluyden van den Hage”
(leden van de „kamer van rethorica de Corenbloem”) vonden
op het einde der 16e eeuw plaats op „de Zale” op het Binnen
hof, of in de herberg „de Komeet” op de Plaats.
Belangrijke wapenfeiten op het oorlogstooneel als het ver
overen van een stad of vesting werden door de Rederijkers
verheerlijkt door het houden van een tooneelvoorstelling of
door het opdreunen van toepasselijke refereinen en liederen.
Dit geschiedde in den regel vóór of in het stadhuis.
Zoo vierden zij in 1590 de verovering van Breda, in 1592
die van Nijmegen, in 1593 die van Coevorden, in 1600 de
overwinning bij Nieuwpoort, in 1601 de overgave van Rijnberk,
in 1602 die van Grave, enz.
Mr. S. Ph. C. van den Bergh, ’s-Gravenhaagsche Bijzonder
heden I p. 10 e.v.
3) Mr. Erik d’Immer, advocaat voor het Hof, woont op de
Plaats n.z.
4) „Arridt Wittfeldt, Rijckraedt ende Cantzelier van Dene-
marcken ende Christian Bernickawen op Otterberg, ende Berck-
bij des keysers gesante heer Carel Nutzel van
Sonderspuhell.” i)
30 Oct. p. 224vs.
die speelluyden van den Hage 2) „met hare
musicque voor de Camere begroet hebbende de
vergaderinge van de heeren Staten van de victorie
van Lingen, 12 Car. guldens, derselver voor haer-
lieder moeyten toegeleeght sonder ’t selve te trecken
in consequentie.”
20 Nov. p. 226.
den Advocaat Dimmer 3) „tot wiens huyse
d’ heeren Gesanten des Conincx van Denemarcken