DE VOORRANG BIJ DE BEGRAFENIS VAN WILLEM IV.
257
17
begrafenis weldra moest plaats hebben. Want wel is waar
zouden in ieder geval de Staten-Generaal voorgaan, maar
wat moest de Raad van State doen?
Maar de tijd bracht raad. Wat er in dien tusschentijd
is gebeurd, is onbekend mogelijk heeft de Prinses zelve
zich met de zaak hemoeid maar den 22 Januari deed
Gelderland in de Staten-Generaal het voorstel „of niet
tot voorkoominge van de inconvenienten welke soude
kunnen resulteeren uit haar Hoog Mog. Resolutie van
den 18 deeser, op het werk van de Begraaffenis van
wylen syn Hoogheid glor. ged. genoomen en om een saak
van die natuur niet op te houden, eenige inschikkelijkheid
gebruikt soude kunnen werden, soodanig dat haar Hoog
Mog. in dit particulier geval, den voorslag door de Heeren
Gedeputeerden van de Provincie van Holland en West-
vriesland, met betrekking tot de Vergadering van haar
Haar Mog. op den 18 deeser gedaan, accepteerden, sonder
te treeden in de discussie van het regt van voorrang door
de Heeren Staten van Plolland en Westvriesland gesusti-
neert, welk regt haar Hoog Mog. nooit konden of souden
erkennen of nageeven, en voorts soodanig ten aansien
van den Raad van Staate, dat ook in dit particuliere geval
aen de Leeden van welgemelden Raad de vrijheid gelaaten
wierd, om sig kunnen schikken, elk by en- agter alle de
Heeren Gedeputeerden van de Provincie waar uit sy zyn
gecommitteert”. Dit voorstel werd aangenomen en ook
Holland nam er den 25 Januari genoegen mede. 2)
Zoo was de zaak tusschen Holland en de Staten-Generaal
geschikt. Maar hoe dacht de Raad van State over een
transactie waardoor hij op zeer onheusche wijze was
ingedeeld bij een lichaam, waarvan hij nooit deel had
1) Res. Stat. Gen. 22 Jan. 1752.
2) Res. Stat, van Holl. 25 Jan. 1752.