EEN KIJKJE OP HET KANTOOR VAN JACOB CATS.
273
18
eene
naar
Dit was wel, op zijn minst genomen, een zeer onvoor
zichtige manier om met gewichtige staatsstukken om
te springen. Het is dan ook niet te verwonderen dat dit
22 jarig jongmensch, hoewel hij reeds 7 jaren bij
den Raadpensionaris in dienst was geweest, waarvan 5
jaren als „domestieken klerk1’, in hechtenis werd genomen.
Dit gebeurde in de laatste dagen van Februari.
Behalve dit feit werden hem in de acte van beschul
diging nog tal van andere feiten ten laste gelegd, die
al weet hij op sommige daarvan bij zijn verhoor en zijne
eigenhandig geschreven „Memorie” wel het een en ander
af te dingen, toch een zeer ongunstige meening geven
van zijn karakter en zedelijkheid.
In de drie laatste jaren had hij den Heer Cats her
haaldelijk redenen van groote ontevredenheid gegeven.
Twee jaren geleden had hij zich zeer „onordentelicke”
gedragen, met eene „dienstmaecht” van den Raad
pensionaris, wiens huis, na den dood zijner vrouw,
Elisabeth van Valkenburg, met wie hij 25 jaren was
gehuwd geweest, bestierd werd door eene „gouver
nante”. In dezen tijd was dit, naar alle waar
schijnlijkheid Cornelia Baens, huisvrouw van Mathijs
Havius, opperklerck” van den Raadpensionaris. Verder
waren er eene „keuckenmeyt” eenige dienstmeisjes, de
koetsier, tuinman en de drie klerken. In presentie van
dit geheele gezin had Pieter over „dese omstandicheyt”
op een dag „onbeschaemdelick” gesproken, waarvan
zij toen nog niets als bij suspicie wisten. Sijtgen, het
dienstmeisje had dan ook eenige dagen later het huis
verlaten, weldra gevolgd door Pieter van Heijnsbergen.
In een Request aan de Gecommitteerde Raden van de
Staten van Holland klaagt Van Heijnsbergen dat hij „door de
dienaeren van den Gerechte gepaternostert en onfatsoenlicke”
naar de Voorpoorte is gesleept.