274
EEN KIJKJE OP HET KANTOOR VAN JACOB CATS.
in
er van
na zijne „aprehentie” onderzocht
was i
paketten aldaar liggende, te visiteeren en de resolutiën
na te zien, ook snuffelde hij somtijds in het „comptoir”
der andere klerken, wanneer hij begreep dat aan hen
iets „notabels” te copiëeren was gegeven. Ondanks het
uitdrukkelijk verbod nam hij ook vaak de secrete reso
lutiën mede naar zijn huis om te copiëeren, terwijl hij,
van al wat hij daar schreef nooit iets over gaf aan den
Heer Cats of zijne klerken.
Verder wist men dat hij gedurende de behandeling
der „saecken” van Denemarken zeer groote „familiariteijt”
hield met zekeren Barnharts, een persoon die „corres
pondentie dreeff” met „uijtheemsche ministers”.
Door dezen werd hij dikwijls „getracteert”, zoo zelfs
dat Barnharts klaagde over zijne „onhebbelickheijt”, als
hij dronken was.
Toen zijne papieren,
Door tusschenkomst van Ds. Tegneus, die veel belang
in hem scheen te stellen, werd hij echter in zijn klerk-
schap „gecontinueert,” nadat hij met het meisje getrouwd
was en kreeg hij de vergunning het huis te blijven
„frequenteeren
Wel moet de lankmoedige en zachtmoedige vader
Cats een engelengeduld met den jongenman gehad hebben
want, zoo leest men, „wel tot tweemaal toe is het ge
beurd, dat hij niet heeft 'connen te voorschijn brengen
de deductie opgesteld door raadsheeren Boreel en Ruysch
voor H. Groot Mog. over de vraag in hoeverre de Staat,
de Interessen van Vranckrijcke gehouden is te secun-
deeren, hoewel dit stuk hem was ter hand gesteld om
de secrete resolutiën te worden geïnsereerd”. Kort
daarna bemerkte men dat de Fransche Ministers
waren „gedient” geweest!
Dikwerf had men hem ook, zoodra de Raadpensionaris
uitbegaan, op diens slaapkamer gezien, bezig de