EEN KIJKJE OP HET KANTOOR VAN JACOB CATS. 277 Dit alles, zoo is door Pieter Raadpensionaris, geslagen” maar heeft vermaand, „gecensureert.” Verder bevatten de voornoemde artikelen van beschul diging nog het verslag van diverse straatschenderijen, Onder anderen dreigde deze jeugdige woesteling: ,,’s lants papieren,” die hem waren toevertrouwd, „in het vijer” te zullen werpen; het huis van Cats in brand te zullen steken; voorn. Heer en de „andere domestieken” den hals om te zullen draaien en met rattenkruit te zullen doen, wat „zijne handen niet te weeg zouden connen brengen.” In presentie van de „dienstmeijsiens” in de keuken, had hij den eerwaardigen ouden man uitgescholden, (natuurlijk achter diens rug) voor „schelm” en „dieff” daarbij vragende „waer is nu dien ouden duijvel? In de earner aen taeffel? Ick zal strack binnengaan, hem bij de keel grijpen ende over de earner slingeren 1” „Maer Pieter,” zeide eene meewarige keukenmeid „zoudt gij den goeden, ouden, eerbeken man dit doen Waarop hij ten antwoord gaf, „ja, soo zal ik den ouden duijvel bruijen, soo sal ik doen.” Hierop gooide hij een glas bier, dat een van de klerken hem had gegeven, tegen de steenen in honderd stukken, zoodat het bier de keuken meid over het lijf spatte. Hij herhaalde nogmaals „soo te zullen doen, al zou hij er voor tot pulver verbrant of gerabraect worden”. Den volgenden morgen, hoewel hij toen „in bewaringe” was van ,,’s Heeren dienaer” in zijn „eygen comptoir,” heeft hij dit „nuchteren monts” vernieuwd, waarover deze den Raadpensionaris heeft gewaarschuwd. leest men, in de acte van beschuldiging van Heijnsbergen begaan, hoewel de „noyt hand ofte vinger aen hem heeft niet anders als „Cristelick” ten goede en somtijds ook, „met woorden heeft

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 293