302
HAAGSCHE GEBOUWEN.
Catasta.
Schavot.
En
ik,
Praetorium Hagiense. Stadt-Huys.
Wat Rome was voor het heelal
Slaap ken ik niet
’k Wed
T) Vaandels op den vijand veroverd. Huygens.
3) Door recht te spreken. Huygens.
3) Dewijl hier de burgerwacht waakt. Huygens.
Daar waart een grijsaard rond met rammelende knoken,
En ziet zijn eigen vaan hier wapp’ren tot zijn hoon.
Zie ’t groote wonder aanDie nooit en nergens vreest,
Is hier alleen bedeesd, de trotsche Castiljaan.
Als het een lust is aan hen die braaf zijn, een eer aan velen
Welgevallig te zijn, dan zingt gij allen mijn lof.
Want wat is grooter verdienste, dan dat ik, zoolang hier
den Haag staat,
niemand dan slechts alleen den boozen een
gruwel was.
ge
en wat ’t Kapitool was
voor Rome,
Dat ben ik Hage, voor U, dat ben ik burger u waard.
Ik regeer onbeperkt. Aan de roepstem van dezen Gerechte
Geeft elk huis, hoe groot, gaarne en willig gehoor.
Wat u verbaast is gewis, dat ik licht ben ook als het
reeds donkert,
en de nacht heeft geen geneuchten
voor mij.2)
verstomd zoudt staan, als ge mij in den
duister zaagt zorgen
Maar juist dit is mijn plicht. Als het nacht is, dan waak
ik eerst recht. 3)