305 HAAGSCHE GEBOUWEN.’ Terentiiis. Adelphoe vs. 7/j vlgg. AANTEEKENINGEN. Moe ben ik thans van het loopen De stad ben ik doorgekropen, tot de poort, tot het meer, Waar niet heen Nu mag ik te huis wel wat rusten, Naar ’k meen 1 Hetgeen tot goed verstand dezer verzen vooral in het oog moet worden gehouden is dat de meeste in 1643 gedicht zijn. In den toenmaligen. toestand van den Haag moet men de verklaring zoeken. De Momenta Desultoria kwamen eerst uit in 1644, later vermeerderd in 1655. _Dr. J. A. Worp heeft ze grootendeels opgenomen in het Derde Deel van zijnDe gedichten van Constantijn Huygens. De text van Worp is aan Huygens Handschrift ontleend en verschilt slechts in kleinigheden met den text der Momenta. Aan wien van beide grooter gezag moet worden toegekend is een netelig letterkundig vraagstuk. M. i. ver dienen de Momenta de voorkeur, omdat men gekend wil 20 Hetzelfde. 18 Nov. 1636. Komt Burger, Boer, en in- en opgezeten, Kom, moede reiziger, wiens weg hierheen u leidt, Kom vrij hier binnen, vriend. Nu kan ik Mensch mij heeten. ’k Beloof aan elk die komt menschlievendheid.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 321