3o6 HAAGSCHE GEBOUWEN. worden zooals men zich in ’t openbaar vertoont. Het Handschrift vertoont den schrijver in huisgewaad. Bij de verzen zelve gaven wij reeds eenige tekstverschillen op. Andere laten we hier volgen. Daarbij beteekent W. Worp en M. D. Momenta Desultoria. Wat wij verder nog opteekenen moge strekken om den lezer de moeite van het zoeken te besparen. Wie zelf verder wil zoeken zal zeker nog meer vinden. Het Affuythuis stond op de Amunitiehaven en werd eerst in 1665 verplaatst naar het Smidswater waar het zich thans nog bevindt, zie Haagsch Jaarboekje 1895. In 1574 werd de Kloosterkerk tot geschut of boorhuis ingericht, doch later werd dit naar Delft overgebracht. Daar werden de stukken geboord en dan later in ’t Affuythuis van wielen voorzien. De Ontleed-Camcr bevond zich aan de zuidzijde van de St. Jacobs-kerk, ten Westen van de Assendelftskapel, de tegenwoordige consistoriekamer. De galg stond tegenover het Stadhuis. Zie Haagsch Jaarboekje 1898, blz. 79. Brabantsche Raad- Carrier Raad of Leenhof van Brabant) was gevestigd op het Binnenhof ten oosten van de Ver gaderzaal der Staten-Generaal in het gebouw waar nu het Departement van Waterstaat Handel en Nijverheid ge vestigd is. Het Hof van Braband in 1596 voorloopig door Prins Maurits opgericht werd vijf jaar later door de Staten- Generaal bekrachtigd. Het werd gedurende den oorlog naar den Haag - verplaatst en in 1629 gereorganiseerd. Ising. Het Binnenhof. Het kwartier van H. H. Mo. p. 11. In 1644 was Frederik Hendrik reeds zeer zwak en ziekelijk, hetgeen Huygens gereede aanleiding gaf om deverovering van het Zuidelijk Deel van Brabant van Willem II te verwachten. Frederik Hendrik maakte in dat jaar zijn testament.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 322