AANTEEKENINGEN OVER HET LOGEMENT VAN DELFT. 321 Art. 4. Art. 6. De bode zal voor zig zelven betalen zoals articulo 5 gereguleert is. het zelve provisioned Regle- 21 alle behoorlyke dienst, en aan dezelve, als mede aan hun gezelschap bedienden, en Bode, behoorlijk te eeten geven, wanneer zulks zal worden gerequireert. Art. 7. Iemand van de Hre" Veertigen en Ministers begeerende van wijn gediend te wezen zal door den casteleyn daar van mogen worden gerieft, mits betalende ten behoeven van de stad [uitgezondert de Hren die tot de Deputatie ter dagvaart behooren] voor een fles bercherac wijn van 3 in een stoop, tien strs. voor een gelijke fles roode wijn vijftien strs., en voor een fles moezelwijn twintig strs., waarvan de casteleyn zal wezen gehouden behoorlijke verantwoording te doen, gelijk hij mede doen zal moeten omtrent de verdere wijn. en geresolveert, dat van Ieder Heer zal van de ordinaire middag maaltijd per hoofd betalen twee gulden, het bier daaronder begrepen en zo ook voor ieder gast, en begeerende des morgens te ontbijten, des namiddags thee of koffij drinken of des avonds te soupeeren daarvoor te betalen in alle redelijkheid. Art. 5. Ieder Heer zal nog betalen wegens zijn knegt voor deszelfs middagmael 10 strs, voor deszelfs avond eeten 6 strs. en voor het ontbijt 4 strs.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 337