HET KORTENBOSCH. 325 een maar bij gebrek aan gegevens voor dit laatste moest men zich met het hooge gebouw achter de poort behelpen. Indien het verhaal omtrent het bestaan van een „slot Kortenbosch” zich tot de buurt zou hebben bepaald, zouden er geen termen te vinden zijn geweest om de illusie aan de bewoners te ontnemen; maar daar .deze overlevering zelfs door de familie van den laatsten eigenaar openlijk werd verkondigd en, erger nog, in een wetenschappelijk werk, hetwelk kort na het af breken van de Leeuwenpoort verscheen, als een historische bijzonderheid werd mede gedeeld, kwam de legende op een terrein, waarop zij zich niet ongestraft mocht bewegen. Door onzen Haagschen historicus Arnold Ising werd in den Spectator van 1887 de quaestie onder de oogen gezien en de bewering dat er een kasteel Kortenbosch zou hebben bestaan op zeer afdoende gronden wederlegd. Schrijver, die een nauwkeurig onderzoek in de Leen- registers van de Graaflijkheid van Holland op het Rijks- archief ingesteld, en de verzameling plattegronden op het Gemeente-museum bestudeerd had, toonde duidelijk aan dat er van een kasteel nooit sprake kan zijn geweest, dat de Leeuwenpoort eerst dagteekende uit het laatst der zeventiende eeuw en dat op den grond toen slechts kleine boerenhofstede werd gevonden. Ising schrijft den oorsprong van de legende hieraan toe dat men zich geen heerlijkheid kon voorstellen zonder kasteel; maar hij zegt er uitdrukkelijk bij dat Kortenbosch nooit een heerlijkheid, maar eenvoudig een leen van de graaflijkheid van Holland is geweest. Het kasteel is dus slechts een luchtkasteel, en het leen was zelfs van zoo weinig beteekenis, dat de oude geschiedschrijvers van den Haag, waaronder onze nauw keurige De Riemer, het niet der moeite waard vonden er met een enkel woord gewag van te maken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 341