326
HET KORTENBOSCH.
Eerst De Fonseca en Kroon hebben er in deze eeuw
voor het eerst de aandacht op gevestigd.
Daar er evenwel weinig van het leen bekend is en
mij welwillend de gelegenheid werd aangeboden het archief
van Kortenbosch te raadplegen, heb ik gemeend deze
gelegenheid niet te mogen laten voorbijgaan om de ge
schiedenis in verband met de bronnen op het Rijksarchief
eens nauwkeuriger te bestudeeren, en het resultaat van
dit onderzoek hier medetedeelen.
1) Schakenbosch, hetwelk nog in de tweede helft der 16e
eeuw bestond was ruim 47 morgen groot.
Tegenwoordigen Staat van Nederland dl. II p. 422.
2) Albrecht etc. doen cond allen luden dat voer ons quant
Willem Janszoen van Dolre ende heeft ons opghedraghen ende
quyt ghesconden een boskijn mit sinen toebehoren gheheten
den Ouden Bosch ende gheleghen is westwaerts buten der
Haghe int Haghe ambocht, welc boskijn wi weder verliet hebben
ende verlien mit desen brieve Willem van Cronenburch onser
neve ende sijn nacomelingen te houden van ons ende van
onse nacomelingen tot enen rechten leen; hier waren over alse
manne die here van Gommegijs, her Brustijn van Herwijn ende
Jan van Cronenburch.
In orcunde etc. Ghegeven tot Huesden des Sonnendages na
Meye anno LXXXV. (1385).
Liber IV Aelbrecht, fol. 223vs.
Kortenbosch was eertijds, zooals de naam nog aan
wijst, een overblijfsel van de uitgestrekte bosschen of
„wildernissen” welke nog in de middeleeuwen onze kust
streek bedekten.
De namen van enkele andere gedeelten van dit uit
gestrekte woud zijn hier in den omtrek nog bewaard
gebleven in „de Myente” bij Eik en Duinen, Berkenrijs
- nu de Vlakte van Waalsdorp, Schakenbosch x) bij
Veur en den Oudenbosch 2) hetwelk evenals Kortenbosch
ten westen van den Haag in Haagambacht was gelegen.