33i
HET KORTENBOSCH.
Toen Jan van Assendelft in 1476 ongehuwd stierf, ver
viel het leen aan zijn oudsten broer Gerrit, heer van
Assendelft, Cralingen en Heemskerk, eerste raad van hertog
Karei van Bourgondie en daarna van diens opvolger Keizer
Maximiliaan. 1)
Na zijn overlijden in i486 verviel Kortenbosch aan
zijn zoon Jr. Nicolaas van Assendelft, gehuwd met Alijt
van Kijfhoek, erfdochter van heer Floris van Kijfhoek,
van wien het in 1502 overging aan zijn oudsten zoon Gerrit.
Deze Gerrit van Assendelft, eerste presideerende raad
in het Hof en Stadhouder van de leenen, was gehuwd
met de beruchte Catharina de Chasseur, die in 1541 bij
sententie van het Hof van Holland van 9 April wegens
het vervaardigen van valsche munten veroordeeld werd
om levend verbrand te worden.
Catharina de Chasseur leefde toen evenwel gescheiden
van haar man. Zij bewoonde een huis in de Hooge
Nieuwstraat, waar zij, geholpen door haar kapelaan heer
Maturijn, die op haar last twee „jonge gesellen hun ge
nerende van munte te slaan” uit Frankrijk had doen komen,
dit gevaarlijk bedrijf beoefende.
Den 11“ Februari gevangen genomen, werd zij een
maand later „geëxecuteert dat sij van levenden lijve ter
doot gecommen is.” In plaats evenwel van levend ver
brand te worden, werd haar als bijzondere gunst toege
staan „metten watere geexecuteert” te worden. 2)
1) Aan dezen Gerrit van Assendelft wordt de bouw toege
schreven van het groote huis in het Westeinde nu Engelsch
gezantschapshotel terwijl ter gedachtenis aan hem en zijn
tweede vrouw Beatrix van Dalem, de fraaie graftombe werd
opgericht, welke eertijds de Assendelftkapel in de Groote-
kerk versierde.
2) Bij deze wijze van terechtstellen werd op den mond van
den veroordeelde een trechter geplaatst waardoor men zoolang
water liet.loopen tot hij stikte.