HET KORTENBOSCH 339 Dit stuk land werd tot een „bleyckerije” gebruikt. Den 22-n Nov. 1666 verzocht Fannius „een spoelhuys te mogen stellen in de gracht gelijck staet het spoelhuys aent oosteinde •van de bleyck achter de Princesse tuyn.” het land „sal gebruycken tot tuyn of warmoesierslandt” en dat hij de eerste drie jaren gehouden zal zijn „op yder hondt te brengen tot zijnen costen 2 schuyten van de beste veenaerde.” Daarenboven had hij met „seer excessive costen” om het land een heining laten stellen, sloten doen graven, de vele hoogtens die wij op den plattegrond van F. de Wit nog zien aangegeven, doen afdelven en de kuilen vullen. Door het aanbrengen van tuinaarde was het land nu beter geschikt om te verhuren. In de andere huurcontracten vinden wij voor de topo grafie nog nadere bijzonderheden. Zoo verhuurde hij o. a. in 1665 aan Jan Cornelisz. Loose en Wybrandt Cornelisse „seecker stuck landt gelegen bij de Corenmolens genaemt Cortenbosch belent ten zuyden de heyning van Jacob Janse, ten westen de werve van de Valckmolen mitsgaders ’t krofje tusschen de voorss. Valckmolen en Haenmolen, ten noorden het weijtie bij de wed. van Dirck Sijbertse gebruyckt werdende, sulx als het albereijds te delven is afgekielt ten oosten het dyckie in den voorleden caerte ten deele afgekarrt, leggende een weynigh ten oosten van de poorte, groot omtrent 3 morgen.” Een ander stuk land „sijnde het suydwestelijk gedeelte van Cortenbosch, jegenwoordigh beplant ofte besaijt met kennep, mitsgaders nog een „stuck land sijnde het noordt westergedeelte van Cortenbosch, gelegen tusschen de grutmolen en de westelijcke corenmolen aan den Noord- singel” 1) was verhuurd aan Dirck Sijbrantsz, die eveneens

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 358