HET KORTENBOSCH. 340 een gedeelte van de woning op Kortenbosch voor 36 Car. gulden 10 st. in huur had. Een gedeelte van den grond, welke tusschen deze perceelen in lag, werd in huur gebruikt door Jan Hubrecht Rechtuyt „tot thuyn of warmoesierlandt” en was belend ten westen door „het oud-krayershuysje met de molen- werve daeraen.” In de jaren 1663 1669 kocht Fannius verschillende perceelen grond, waarmede hij zijne bezitting in oostelijke richting uitbreidde. Het waren voornamelijk henneplanden, die reeds ten deele tot grasvelden waren omgespit, benevens een tuin, welke voorheen een lijnbaan was geweest en ten oosten aan Kortenbosch grensde. Daarentegen verkocht hij enkele stukjes land of gaf kleine perceelen in erfpacht uit. Ook met den Magistraat was Fannius in onderhandeling. Burgemeesters en Schepenen wilden namelijk de St. Anthoniestraat of Slijkeinde, die zich niet ver voorbij het Dolhuis uitstrekte, doortrekken tot aan de Stinksloot en verder in verbinding brengen met een ontworpen straat naar het Westeinde nu Kortenbosch genaamd en met een steeg „Nieuw Krom Elleboog” naar de Vleersteeg. Om dit gedeelte „soo veel doenelycken te brengen in een ordentelycken viercantigen hoeck, ten meesten nut ende cieraet van ’.s-Gravenhage”, hadden zij grond van Fannius noodig. Daarentegen was de Magistraat bereid afstand te doen van „eenige cleyne geertgens ofte snip- peringskens lants”, welke dóór de voorsz. „rechtroyinge” aan Kortenbosch zouden komen. Dit voorstel „uyt een goede genegentheijt tot onder- houdinge van vrundtschap ende minnelycke correspon dentie gepresenteert” werd door Fannius aanvaard.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 359