347
HET KORTENBOSCH.
2e.
bosch,
i) Dit gedeelte bestond uit:
ie. een huys met i morgen 5 hond en 122 voeten war-
moesland met 1 morgen 5 hond en 122 voeten warmoeland,
gelegen op het Kortenbosch, thans in hure gebruikt bij Johannes
van der Haak.
256 roeden en 69 voeten warmoesland, gelegen op Korten-
in hure gebruikt bij Leendert Simonis.
3e. een blijkbleekerij thans in hure gebruikt bij Pieter
Jacobse van Son, bestaende in drie velden met het daarop
staande woonhuis, washuis, spoelhuis, stalling en waegenschuur
leggende int Westeynde. strekkende w.w. op tot aan de Haan-
molen langs de Noordcingel belend o. de erfgenaemen De Baas
en Van Ercom, z. de koopster, w. de Haanmolen en n. de
Noordsingel.
s) Testament van 4 Juli 1757, gepasseerd voor den notaris
Mr. Johannes Thierry te 's-Gravenhage.
weduwe Mr. Anthony van Wesel voor 17000 gulden, i)
Cornelia Fannius overleed in 1770. Zij had in haartestament
„gelegateert aan haar tweede dogter Jonkvrouwe Cornelia
Barbara van Wesele de Seigneurie van ’t Cortenbosch,
met alle desselfs preeminentien en geregtigheden, mits
gaders de huysen en landerijen daeraen gehorende, soo
als deselve nu aan drie bruykers verhuurt sijn, des dat
haer Ed. daervoor inbrengen en aan den boedel goet
doen een somma van 19375 gulden, waarop deselve
huysen en landerijen in het capitaalboek sijn getauxeert.” 2)
In deze akte wordt het leen voor de eerste maal, geheel
ten onrechte, met den fraai klinkenden naam van
„seigneurie” betiteld.
Toen Anthony van Wesel het leen bezat was er
wederom sprake geweest van verkoop aan de gemeente.
In de notulen van den Magistraat van 6 Sept. 1753 staat
hieromtrent het volgende aangeteekend
„Op het rapport van heeren Burgemeesters dat de
Advocaat-fiscaal Mr. Anthony van Weesele, heer van
Cortenbosch, genegen is de voorsz. heerlijkheid aan de