358
HET KORTENBOSCH.
’s-Gravenhage, November 1899.
Th. Morren,
voudige schuurtje waren aangebracht? De heer Mialaret,
die er voor zorgde dat bij de afbraak vier van deze
boogjes, hoewel gehavend, nog gered werden, en naar
het Museum van Kunstnijverheid werden overgebracht,
vermoedt dat het gildeproefstukken zijn geweest, welke
meening ook ons waarschijnlijk voorkomt.
Toen de Leeuwenpoort was gesloopt en de grond nog
braak lag, kwam het bekende circus van Sanger er voor
eenigen tijd zijn tent opslaan, en weldra lieten gedres
seerde leeuwen hun gebrul over het Kortenbosch hooren.
Het circus verdween, maar de leeuwen bleven vereeuwigd.
Voor een slijterij, die gebouwd werd op de plaats
waar de Poort had gestaan op den zuid-westhoek
van de Korte Twentstraat werd de Leeuwenpoort
in hout afgebeeld, met het opschrift: „Van ouds de
Leeuwenpoort,”
Op “den grond van de Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij
in de Noordstraat verrees hij andermaal in steen; maar
in plaats van de liggende leeuwen, die het wapenschild
van den heer van Kortenbosch vasthielden, zijn het nu
twee zittende leeuwen, elk met een bierton in de klauwen.
De Nijverheid heeft het feodalisme verdreven.