29
Moge deze titel al niet doen vermoeden, wat de verdere
inhoud zal schenken, ook deze zal aan menigeen wel eenig
hoofdbreken kosten, doch voor dit geval zal, in onze dagen
van persoonlijken dienstplicht, wel een jeugdig Hagenaar te
vinden zijn, die met zijne militaire kennis en ondervinding
eene gewenschte toelichting zal weten te verschaffen.
leger van
den Staat
prinses Anna, had den erfstadhouder tot
i waren achtereen-
van Grovestins tot
HET GARNIZOEN VAN ’s-GRAVENHAGE.
kan hij zich dan verbeelden, wat een vorig geslacht moet
genoten hebben, niet alleen op het Binnenhof, maar schier
op alle pleinen en in alle straten.
Aan den heer Johan Friedrich Liernur, sergeant en
schrijver van de compagnie van den heer Colonel Pesters,
hebben wij hieromtrent uitvoerige mededeelingen te danken.
Hij toch schreef in 1756 een „Memorieboeck of kort
„onderregt, behelzende het noodzaakelijkste van dien dienst
„met nog eenige andere stukken, bij verscheijde gevallen
„te passe komende en tot verdere aanleiding dienende” -
welk handschrift thans berust op het oud-archief der ge
meente ’s Gravenhage.
De erfstadhouders Willem IV en Willem V, met meer
uitgebreid souverein gezag bekleed dan hunne voorgangers
ooit hadden bezeten, brachten in overeenstemming daar
mede hunne hofhouding ook op een meer schitterenden
voet, onder meer door het indienststellen van „Huys
Trouppes”, waaronder verstaan moeten worden de Cent-
Suisses en de Hellebardiers en ook de Gardes du Corps,
hoewel de laatsten meer een onderdeel vormden van het
den Staat en dientengevolge voorkwamen op
van Oorlog.
Het eskadron Gardes du Corps, opgericht tijdens het
regentschap van
kapitein. De eigenlijke commandanten
volgens de Lieutenant-Generaal D. J.