368
HET KORTENBOSCH.
Bijlage C.
Inden eersten sullen de voorss. dienders neerstigh
toesien ende letten dat niemandt voortaen mannen, vrouwen,
knechten noch kinderen klimmen over de wallen, slooten
en heiningen van Cortenbosch om in den voorss. Corten-
bosch te wesen, nocht aldaer eenigh hout en houwen noch
en snijden, nochte ooc in den selven Cortenbosch en
comen omme eenigh onbehoorlijck leven te gebruycken
met vrouwen van levene noch andere, bij dage nochte
bij nachte dan bij consent, wille ende weten van den
voorn, heer van Cortenbosch ofte sijne gecommitteerden
en tot dien einde dickwils de ronde ende visite doen
rontom Cortenbosch.
Sullen voorts die mannen en vrouwen, die aldaer be
vonden sullen worden in der oncuysheyd ende onbehoorlyck
leven etc., van henlieden alsoo menighwerf als dat geschiet
beslaen in een boete van drie ponden tot veertigh grooten
Vlaems elck pondt ende deselve somme haer afvorderen
ende daertoe hunlieder overste cleedt.
Sullen mede alle diegene die bevonden sullen werden
Provisionele orde ende Instructie voor dienders
van Cortenbosch gestelt tot wederseggen
toe bij de heer Cornells Fannius, raed in
den Hove van Hollant als heer van Corten
bosch ingevolge van de brieven van autho-
risatie daertoe verleent bij Hertoge Carel
als grave van Hollant den 6 Februarii des
jaers onses Heren xiiiic lxix stylo curiae
ende ingevolge van deselve brieven beëdight
bij de Ho. Edle heer Frederick van Dorp
heer van Maesdam president van den Hove
van Hollant.