37i HET KORTENBOSCH. Bijlage E. Heden den 28 October 1773 compareerden voor mij 'Gillis Mijne notaris bij den Hove van Holland geadmit- teert in ’s Gravenhage resideerende, present de getuygen nagenoemt Monsieur Johannes van Wijk wonende op de heer lijkheijd Cortenbosch, geleegen benoorden het Lage West- eynde binnen deeser steede ’s Gravenhage, oud83jaaren en Maria Quakkelsteyn, wede. van Willem van der Leeuw, bruykster van eenige tuynen in de heerlijkheijd Corten bosch, oud 73 jaaren, dewelke verklaaren ter requisitie ende ten versoeke van Jonkvrouwe Cornelia Barbara van Wesele, vrouwe van Cortenbosch, waar en waragtig te zijn, dat in den jare 1743 off 1744 sonder in de praecise tijd behaald te willen weesen, is affgebrooke zeekere huysinge gestaan hebbende op een heuvel in de voorss. heerlijkheijd van Cortenbosch, ende comparanten seer wel kennelyk is, dat in hetzelve huys heeft geweest een groote kamer met een uytstekje en dat onder de voorss. huysinge is geweest een kelder, die voor deese soo de deposanten hebben hooren seggen, soude gedient hebben tot het bewaaren en incassereeren voor gevangenenhebbende hij eerste deposant in de voorss. kelder gesien krammen, waar aan soo den deposant heeft hooren seggen de gevangenen soude geslooten zijn geweest. Verklaaren hij eerste deposant wijders ook over een groote reeks van jaaren wel gehoort te hebben dat de voorsz. heerlijkheyd soude hebbe gevoert galg en rat en dat de galg zoude gestaan hebben in de puynstaalen agter Notariëele verklaring van Johannes van Wijk en Maria Qnakkelsteijn.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 395