312 HET KORTENBOSCH. de suydmolen, en ook bij de gravinge in de puynstaalen ge- sien te hebben dat gevonden zijn stompe van hout, die gesegt wierde te hebben gehoord aan de voorz. galg. Voorts verklaarde hij eerste deposant nog dat hij in den tijd van 48 jaaren, dewelke hij op de voorsz. heer- lijkheyd heeft gewoont, nooyt bij wat toeval het ook is geweest zijne klagten anders heeft gedaan als bij den procureur generaal van den Hove van Holland. Wijders verklaarde de tweede deposante van haare ouders, met name Pieter Quakkelsteijn en Annetje van Willebroek in leev.en egtelieden, (die de voorsz. tuynen den tijd van 42 jaaren in huure hebbe gebruykt) van wien sij al haar gedeponeerde heeft gehoort, ook nog te hebben hooren seggen, dat de bovengenoemde groote kamer alwaar het uytstekje in is geweest, voor deeze zoude gedient hebben voor een plaats alwaar die van den geregte der voorsz. heerlijkheyd vergaderde en haar zitting hielde. Geevende sij deposanten voor reede'nen van weetenschap dat sijlieden voor affbreeken vant voorsz. huys verscheyde reysen in hetzelve zijn geweest en al het voorenstaande sodanig hetzelve is ter needergesteld, te hebben gesien ofte differente maaien hooren seggen en dat sulx bij haar nog in. goede geheugen zijnde, bereid weezende omme des gerequireert en versogt zijnde, alle hetzelve met solemneele eede te willen bevestigen. Aldus gedaan en gepasseert ter presentie van Anthony Myné en Jan Gilles van de Hoek als getuygen. De Minute deezes staat geschreven op een zeegel van twaalff stuy vers. quod attestor (get.) Gilles Myné. Notaris.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 396