HET GARNIZOEN VAN ’s-GRAVENHAGE.
31
Een exempt of brigadier van de gardes du corps was
belast met het toezicht op den dagelijkschen dienst binnen
het stadhouderlijk kwartier. Aldaar waren voor 24 uren
op wacht 1 sous-brigadier en 8 gardes du corps, 1 kor
poraal en 8 cent-suisses, benevens 2 hellebardiers. Bij
een rijtocht werd elk lid der prinselijke familie vergezeld
door een geleide van 1 sous-brigadier en 10 gardes
du corps. Werd eene voorstelling in de comedie bijge
woond, dan stonden twee cent-suisses geposteerd bij
den ingang der loge, doch bij kerkbezoek werden twee
hellebardiers opgesteld bij het gestoelte. Bij buitengewone
plechtigheden of parades, die met de tegenwoordigheid
van het Hof vereerd werden, kwamen alle beschikbare
huistroepen daarbij te pas.
Tot het garnizoen der residentie behoorden verder bijna
vier regimenten gardes, twee te paard en twee te voet,
en wel
i°. Het Lijf-eskadron van het regiment Gardes Dragonders
(94 hoofden en 102 paarden), zijnde de beide andere
eskadrons gedetacheerd te Leiden en te Hoorn. Comman
dant van het regiment waren achtereenvolgens Generaal
prins Willem van Hessen-Cassel, Lieutenant-Generaal
(1771 Generaal) A. J. Baron van der Duyen, heer van
Maasdam tot October 1785, Generaal-majoor D. W. Baron
van Verschuer tot Januari 1791 en kolonel (1793 generaal-
majoor) W. A. de’ Saumaise tot in het begin van 1795.
2°. de drie eskadrons van het regiment Hollandsche
Gardes te Paard (282 hoofden met 312 paarden). Com
mandanten Generaal V. W. Grave van Hompesch tot
April 1765, Generaal C. C. prins van Nassau-Weilburg
tot November 1784 en eindelijk prins Willem George
Frederik van Oranje en Nassau (jongste zoon van Prins
Willem V) tot in het begin van 1795.