HET GARNIZOEN VAN ’s-GRAVENHAGE.
37
De garnizoensdienst was wel de voornaamste, waar
mede de militair van het hierbedoelde tijdperk te maken
had. Die dienst werd geregeld naar de klok van het
Binnenhof en deze werd dan ook de garnizoensklok ge
naamd, waarnaar elk militair horloge geregeld moest zijn.
Ten einde de troepen bij elkander te krijgen, werd op
het Plein de vergadering geslagen, wat wij nu zouden
noemen appèl voor de wachtparade en wel op werkdagen
des morgens om 10 uur, op Zon- en Feestdagen of ge
durende den exercitie-tijd om 11 uur. Daartoe werd al
roffelend en fluitend door een derde deel der tamboers
en de helft der pijpers van het regiment, dat dien dag
de wachten gaf, onder geleide van den tamboer-majoor
het Plein in de rondte gemarscheerd of binnen het Plein
stilgestaan als het ongunstig weer was, want dan liet de
modder niet toe om behoorlijk in de pas te blijven en de
slobkousen zouden dan zoodanig door slib besmet worden,
dat zij in het geheel niet meer op slobkousen geleken.
Ongestoord kon de straatjeugd voor en achter het kalfsvel
medemarscheeren en zelfs nog een half uur lang eene
navertooning leveren, want dan kwamen van de hoofd
wacht een korporaal en zes man, om de paradeplaats af
te zetten en de slagboom te openen en te sluiten voor
de komende afdeelingen.
wachtplaatsen en van de verschillende wachten en posten,
zal hoogstwaarschijnlijk geen enkele straat kunnen aan
wijzen waarop het militaire element ontbrak, waaruit
wellicht de gevolgtrekking gemaakt kan worden, dat toen
uitstekend gezorgd werd voor de openbare veiligheid.
Zooals verder zal blijken geschiedde het aflossen op eene
omslachtige en tijdroovende wijze, wel bewijzende dat
de „time” van toen minder „money” waard was dan
van tegenwoordig.