HET GARNIZOEN VAN ’s-GRAVENHAGE.
39
vleugelman lieten richten, waarbij andere onderofficieren
toekeken, dat alles volgens de regelen der kunst in het
werk ging. Was er nog tijd over, dan werd somwijlen
het geweer op den grond gelegd, want de revolutie-tijd
zou eerst het aan rotten zetten in de wereld brengen.
Al had de Luitenant zijn horloge nu nog zoo precies
gelijk met de garnizoensklok, zoo moest hij toch wachten,
tot een grenadier van de Prins Mauritspoort hem kwam
melden, dat de klok n had geslagen, of 12 op Zon- en
feestdagen. De Luitenant gaf, op zijn beurt, hiervan kennis
aan den Kapitein, waarna alle officieren, voor de Hoofd
wacht bestemd, zich naar hunne plaatsen begaven, te
weten de kapitein vóór het midden der parade, de luitenant
vóór de 3- divisie en de vaandrig vóór de 2- divisie.
Hetzelfde deelen de officieren bestemd voor de wacht
aan de Oranjezaal.
De kapitein commandeerde vervolgens
„Parade geevt agtwaarop de hand aan het geweer
werd geslagen.
„het geweer op schouder!”
„presenteert het geweer!” waarbij de officieren hun
sponton (piek) of vaandel hoognamen en waarna de kapitein
aan den oudst aanwezenden officier vergunning vroeg om
te mogen afmarscheeren. Deze bekomen hebbende, com
mandeerde hij
„het geweer op schouder!”
„de parade zal marscheeren, twee agterste geleederen
voorwaerts sluijt U, marsch
„met divisies regts zwenkt U, marsch welke zwenking
door alle afdeelingen volbracht werd, behalve door de
grenadiers, die recht op den slagboom aan marcheerden.
De kapitein zelf marscheerde, met den vaandrig, tusschen
de Hautboisten en de eerste divisie Musketiers.
Op den vrolijken maat der houten muziekinstrumenten