4°
HET GARNIZOEN VAN ’s-GRAVENHAGE.
of van het kalfsvel, trok het geheel eerst door den
(natuurlijk geopenden) slagboom op den straatweg, voorts
den hoek om van den tuin van Zijne Hoogheid den Heer
Prins van Wolffenbuttel, door de beide Prins Maurits-
poorten en zoo langs de vergaderzaal van Hunne Hoog
Mogenden, totdat eindelijk halt werd gehouden op 15 passen
van den rechtervleugel der oude wacht, in welke tusschen-
ruimte zich de Hautboisten opstelden. Slechts een enkele
maal was hun geluid verstomd, namelijk bij het voorbij-
marscheeren der vergaderzaal, ten einde het brein der
Hoog Mogenden niet af te leiden, en langs de Fransche
kerk, als daarin op 't oogenblik dienst was.
Om de nieuwe wacht behoorlijk te ontvangen, was de
oude inmiddels tijdig aangetreden en zoodra de nieuwe
bij de Fransche kerk was gekomen liet haar commandant
de geweren schouderen en presenteeren en de marsch
slaan. Zoodra beide wachten naast elkander stonden,
marscheerden de grenadiers af naar hun eigen wacht aan
de Prins Mauritspoort om daar af te lossen, waarna de
afgelosten zoo spoedig mogelijk zich begaven naar de
Hoofdwacht en de zoolang opengehouden plaats innamen.
Middelerwijl hadden de officieren hunne spontons hoog
gehouden en elkander gesalueerd, wat ook gedaan werd
door de onderofficieren met hunne hellebarden, waarna
de kapitein van de nieuwe wacht op dien van de oude
wacht trad om de orders over te nemen, hetgeen even
eens gedaan werd door de luitenants, vaandrigs, onder
officieren en tamboers met hunne respectieve collega’s
van de oude wacht. Gedurende deze handelingen maakte
eene vrouw het wachtlokaal der officieren schoon, waarvoor
zij de overgebleven turven mocht medenemen en met
nieuwjaar een douceur ontving.
Hadden de wederzijdsche ranggenooten aan elkander
de orders overgegeven, dan vroeg de „consigne-sergeant”