41
HET GARNIZOEN VAN ’s-GRAVENHAGE.
vergunning aan den kapitein om de posten te laten
aflossen. Hij wees dan de manschappen aan, die het
eerst op post zouden komen, en commandeerde voor
deze: „Nummers i tot (bijv.) 16 regts om keert u, march”,
zoodat zij eenige passen achter het front kwamen.
Gelijktijdig traden ook de korporaals uit, om zich te
plaatsen achter de in drie gelederen gerangeerde afge-
roepenen. Vervolgens werden deze door den sergeant
vóór het front op één gelid geplaatst, waarna hij den
korporaals last gaf om de posten te gaan aflossen. De
korporaals der oude wacht gingen mede om de posten
aan te wijzen en de afgelosten terug te brengen. Hield
de Hooge Krijgsraad zitting dan begaven zich bovendien
2 onderofficieren en 2 schildwachten van de nieuwe
wacht binnen het huis van de Prins Mauritspoort om
daar verder te blijven, zoolang de krijgsraad duurde.
Tijdens de aflossing der posten, werden de geweren
der achtergeblevenen afgezet en was het de beurt weer
aan de hautboisten om te musiceeren, totdat alle aflos
singen waren wedergekeerd. Door den consigne-sergeant
werd aan dezen hunne plaatsen aangewezen, afgedeeld
in 2 divisiën.
Beide kapiteins lieten nu de geweren schouderen. Die
van de oude wacht liet ze daarna hoog in den rechterarm
nemen en marscheerde vervolgens af met den vaandrig
achter zich, dan de r= en 2- divisie Musketiers, den
luitenant en eindelijk de divisie Grenadiers, alzoo in omge
keerde volgorde als bij het optrekken. Het vaandel door
de nieuwe wacht medegebracht, werd door de oude wacht
weer medegenomen, tenzij het Hof aanwezig en de ver
gadering der Hoog Mogenden niet gescheiden was, in
welk geval de wacht bovendien nog versterkt was met
1 kapitein, 1 luitenant of vaandrig, 1 tamboer, 1 pijper
en 2 sergeanten-ordonnans.