ARIJ VAN DER SPUIJ. 49 wijzer Verboom, en dat hij aldaar tot mede-onderwijzer had, den later zoo beroemden Pieter Johannes Prinsen, aan wien het lager onderwijs zooveel te danken heeft. Te ’s-Gravenhage werd van der Spuij op de Stadsschool aan het Kortenbosch geplaatst. Verder deelt mij de 8o-jarige Heer Raadgeep, oud- boekhandelaar te Doetinchem, en volle neef van van der Spuij mede dat het, de 3 laatste jaren voor 1813 (Fransche tijd), met het onderwijs droevig gesteld was, zoodat in 3 jaren geen traktement werd uitbetaald, en de onder wijzers vanzelf wel het huisonderwijs en les geven te baat moesten nemen, om door het leven te komen. Al spoedig kwam v. d. Spuij toen, als zoodanig, bij voor name familiën aan huis, hetgeen later ook wel grootendeels de aanleiding zal zijn geweest, dat hij met een gedeelte van het onderwijs der Koninklijke Prinsen belast werd. Behalve aan deze laatsten en aan Prinses Sophie, gaf hij ook aan de Kroonprinses Anna Paulowna les in het Nederlandsch. Steeds roemde hij in hooge mate het verstand en de bevatlijkheid dezer Vorstin. Als bewijs van erkentelijkheid voor een en ander ontving hij een prachtigen ring, ter waarde van 1000. Bij „Zorgvliet” verdient nog aangeteekend te worden dat v. d. Spuij, in lateren tijd, op last van de Koningin- Weduwe Anna Paulowna, eene kaart van dat buiten verblijf heeft geteekend, over welk werk H. M. zóó tevreden was, dat zij er eigenhandig onder heeft geschreven „Geteekend door A. van der Spuij, op één en tachtig jarigen leeftijd, zonder bril.” In 1841 of 1842, toen de Hollandsche Spoorweg werd gelegd, en tot den Plaag gereed was, wendde van der Spuij zich tot Koning Willem II, en raadde hij Z. M. aan, eene gracht te laten graven vanaf Zorgvliet tot 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 59