5° ARIJ VAN DER SPUIJ. B. G. van der Hegge Zijnen. ’s-Gravenhage, April 1899. Bovengenoemde bijzonderheden rekende ik interessant genoeg om ze ook thans nog medetedeelen. Ik heb ze meer in extenso behandeld in eene voordracht, gehouden ter Algemeene Vergadering van de Vereeniging „die Haghe”, op den 14 Februari 1899. Ik besloot mijne voordracht met eene opwekking aan het bestuur en de leden der Vereeniging tot het oprichten van eenig gedenkteeken voor den genialen Arij van der Spuij, liefst in het Haagsche Bosch tusschen de beide groote vijvers. De man verdient ten volle dat zijn aan denken bewaard blijve Wij hopen dat gedenkteeken nog eenmaal te zien verrijzen aan de Haagsche grachten, en daarbij aan de Spoorweg directie naar Rotterdam het aanbod te doen, vrij, van de duinen bij Zorgvliet, zóóveel zand te laten weghalen als zij verkoos, zooals dan ook, onder van der Spuij’s toezicht, geschied is. Vele bunders duingrond werden daardoor in vlak bouwland veranderd. Deze afzanderij-vaart wordt nog steeds druk gebruikt. Zij loopt aan het einde der Veenkade in de gracht uit. ’t Is de gracht tusschen Waldeck-Pyrmont en Koningin Emma-kade.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 60