GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP.
z'C’est
une belle chose qu’une chose qui existe”.
„Voor het nageslacht staat Gijsbert Karel van Hogendorp
nog altijd in de nis, waarin de Leidsche Hoogleeraar hem
zoo statiglijk heeft geplaatst. Hij is voor de groote menigte
een beeld zonder leven, een standbeeld, te grooter naar
mate het op verhevener voetstuk staat. En in waarheid,
het voetstuk is grootsch1787—1834. Bijkans 50 jaren
van publiek leven, ten dienste des vaderlands, gekenmerkt
door onwrikbare trouw aan beginselen, van de eerste
tot de laatste besteed aan de bevordering van het
heil des vaderlands, zooals hij dit naar de eigenaardigheid
zijner inzichten bereikbaar achtte. Doch juist de grootsch-
heid van het voetstuk heeft aan de ontleding der trekken
in den weg gestaan. Zij is slechts zelden en niet dan bij
benadering geschied”.
Ruim 30 jaren geleden werden deze woorden geschreven
door Prof. Jorissen in zijne belangwekkende verhandeling
over de Omwenteling van 1813. Sinds dien tijd zijn er
onder meer nog 2 deelen verschenen van de Brieven en
Gedenkschriften van Hogendorp, die ons in staat stellen een
dieperen blik te slaan in het leven en het karakter van