GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP.
52
dezen grooten Nederlander, en te beoordeelen, in hoeverre
het beeld, dat het nageslacht van hem heeft bewaard, met
juistheid is geteekend.
Reeds van de eerste schoolbanken af aan hebben we
geleerd, zijne krachtige figuur te bewonderen, sympathie
te gevoelen voor zijn karakter en leven. Men heeft hem
ons getoond, den Hogendorp der overlevering, als den
man uit één stuk, die, éénmaal zijn leven gewijd aan
’t vaderland en aan het Huis Oranje, tegen eigen aspiraties
in, elke betrekking, hoe eervol ook, weigerde in den dienst
van partijhoofd en van vreemdeling; die-in den stillen
huiselijken kring treurde over den smaad en de ver
nedering, waaraan hij zijn land zag overgegeven, enterzelfde
tijd den innerlijken moed bezat op middelen te peinzen,
die de wedergeboorte zijner natie konden bevorderen, en
haar tevens levenskracht zouden schenken, om weer op
te groeien, sterker, grooter dan weleerdie met scherpen
blik op hetgeen hij om zich heen zag gebeuren, het juiste
tijdstip wist te kiezen, om te toonen, hoe hij uiterlijken
moed aan innerlijke kunde en bezadigdheid paarde, en
onversaagd zijn volk voorging, dat op hem zijne oogen
had gericht als leidsman in de herovering van een eigen
bestaandie den troon van Oranje wist los te maken
van het zwakke steunsel der partij-aanhankelijkheid en
hem wist te vestigen in de liefde en de trouw van het
geheele volkdie Orangist was met hart en ziel, uit
overtuiging en dankbaarheid, maar toch meer nog dan
Oranje zijn vaderland liefhad bovenal, en daarom niet
aarzelde, zijne diensten op te zeggen aan den Koning,
waar diens wil in tegenspraak kwam met wat hij achtte
’s lands belang te zijn. Zöö leeft Hogendorp voort in de
herinnering onzer natie, tot zich trekkend de sympathie,
die steeds ieder volk schenkt aan wie zich helden toonden
in onderdrukking en vrijheidskamp zijne groote verdiensten